fokreglement

Rasspecifiek Fokreglement voor fokkers en leden welke zijn ingeschreven bij de rasverenging van de ENGELSE BULLDOG Volgens besluit door de ALV van 13 juni2015 BULLDOG CLUB NEDERLAND onder auspiciën van de RAAD VAN BEHEER OP KYNOLOGISCH GEBIED IN NEDERLAND

 

  1. ALGEMEEN
  • 1. Het Rasspecifiek Fokreglement voor het ras Engelse Bulldog beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras de Engelse Bulldog zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de rasvereniging voor de Bulldog club Nederland. Dit rasspecifiek fokreglement is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de Bulldog club Nederland op 13 juni 2015. Inhoudelijke aanpassingen van dit rasspecifiek fokreglement kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de Bulldog club Nederland.

 

  • 2. Dit verenigingsfokreglement geldt voor alle leden van de Bulldog club Nederland voor het ras de Engelse Bulldog. En is dus van toepassing op alle leden die fokken met de Engelse Bulldog. Alle leden die een Engelse Bulldog nest hebben gefokt dienen binnen 14 dagen nestaangifte te doen bij de vereniging. Deze aangifte moet worden voorzien van alle in dit reglement gevraagde bescheiden.

 

  • 3. Fokkers dienen te zijn erkend door de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland. Tevens moet de betreffende fokker volwaardig lid zijn van de Bulldog club Nederland.

 

  • 4. Fokkers dienen in het bezit te zijn, van certificering door de Raad van Beheer op Kynologisch gebied in Nederland zodra deze operationeel zijn en openstaan voor deelname.

 

  • 5. Nederlandse fokkers die gevestigd zijn in het buitenland dienen aan te tonen ingeschreven te zijn bij de kennelclub van het betreffende land van vestiging. En dienen te kunnen voldoen aan de praktische invulling van dit fokreglement.

 

  • 6. De definities en regelgeving zoals deze zijn vastgesteld in het Kynologisch Reglement van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland zijn ook van toepassing op dit Rasspecifiek Fokreglement.

 

  1. FOKREGELS

      Artikel VIII.2 KR in samenhang met regels van de vereniging.

2.1.    Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar zoon of haar kleinzoon.

Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR)

Naast bovenstaande verwantschappen zijn ook de volgende combinaties niet toegestaan:

  • Halfbroer en halfzus

2.2.    Herhaalcombinaties:

Dezelfde oudercombinatie is maximaal 3 maal toegestaan.

2.2.1   Indien op basis van de gezondheid of het gedrag van één of

meerdere nakomelingen moet worden verondersteld dat het ouderpaar

een ziekte of afwijking heeft of vererft, mag deze combinatie niet meer

gebruikt worden.

2.3. Minimum leeftijd reu:

De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 12 maanden zijn.

  • Aantal dekkingen:

De reu mag maximaal 5 geslaagde dekkingen per kalenderjaar verrichten met een totaal van maximum 15 geslaagde dekkingen gedurende zijn leven in Nederland.

Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB.

NB 1: In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking.

NB 2: indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als een ‘dekking’.

2.5.    Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.

2.6.    Gebruik buitenlandse dekreuen: Wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu, welke wel staat ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding, wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door de vereniging gesteld worden.

 

Daar nog niet elk land dezelfde regels en/of normen hanteert, dient de buitenlandse reu minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen:

De uitslag van de in het betreffende land uitgevoerde gezondheidsonderzoeken en de kwaliteit van het onderzoek dienen vergelijkbaar te zijn met de onderzoeken zoals deze door de vereniging in dit VFR zijn opgenomen

2.7.    Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen): als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde/of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft.

 

  1. WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR)

3.1.    Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 16 maanden heeft bereikt.

3.2.    Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt.

3.3.    Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 heeft bereikt.

3.4.   Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar derde nest is geboren.                          

3.5.     Een teef mag niet worden gedekt binnen 10 maanden na de dag van een dekking voor een vorig nest van de teef. 

3.6.     Een teef mag niet worden gedekt binnen 24 maanden na de dag van de dekking voor een voor vorig nest van die teef.

3.7.    Een teef mag na twee keizersneden niet meer gedekt worden.

 

  1. GEZONDHEIDSREGELS

 

4.1.    Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om: oogonderzoek, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of goedgekeurde onderzoeksprotocollen.

        

4.2.    Verplicht screeningsonderzoek.

Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld en moeten de ouderdieren vóór de dekking worden onderzocht op:

  • Fokgeschiktheidskeuring
  • Patella luxatie.
  • Ademhalingsproblemen d.m.v. conditietest zoals beschreven in het convenant
  • EVCO oogonderzoek: Keratoconjunctivitis Sicca.

 

Daarnaast moeten in het kader van de preventie van erfelijke afwijkingen de ouderdieren vóór de dekking onderzocht worden op:

  • DNA onderzoek op HUU.
    De combinaties vrij x vrij, drager x vrij en lijder x vrij zijn toegestaan.

 

  • Verplichte conditietest:
    Elke hond moet een conditietest ondergaanzoals deze door de vereniging tezamen met de Raad van Beheer is verwoord in het convenant en door de algemene ledenvergadering is vastgelegd.

 

4.3.    Aandoeningen

Om in aanmerking te komen voor stambomen voor het ras Engelse bulldog, zullen beide ouders moeten voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in het convernant.

Met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.

  • Aangeboren doofheid aan een of beide oren
  • Aangeboren blindheid aan een of beide ogen
  • Hazenlip of gespleten gehemelte
  • Patella Luxatie graad 3 en 4
  • Keratoconjunctivitis Sicca
  • Hyperuricemie (HUU)

De combinaties vrij x vrij, drager x vrij en lijder x vrij zijn
toegestaan.

  • Epilepsie
  • Demodex

 

4.4.    Diskwalificerende fouten: met honden met één of meer van onderstaande diskwalificerende fouten (volgens de rasstandaard) mag niet worden gefokt.

  • Glas oog

 

  1. GEDRAGSREGELS

 

  • Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.
  • Zij zijn geestelijk goed uitgebalanceerd. De fokker dient zijn verantwoordelijkheden te nemen met dieren die agressief of overmatig angstig gedrag vertonen

 

  1. WERKGESCHIKTHEID

6.1     Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidtest niet van toepassing

 

  1. EXTERIEURREGELS

 

7.1.   Kwalificatie: Deelname aan exposities is niet verplicht.

 

7.2.   Fokgeschiktheidskeuring: beide ouderdieren moeten minimaal 1 keer en maximaal 2 keer hebben deelgenomen aan een fokgeschiktheidskeuring georganiseerd door de rasvereniging of andere instantie en daar minimaal de kwalificatie ‘deelgenomen’ hebben behaald.

 

7.2.1 Tijdens de fokgeschiktheidskeuring zal het exterieur beoordeeld worden zoals beschreven in het convenant.

 

  1. REGELS AFGIFTE PUPS, WELZIJN PUPS

 

  • Ontwormen en enten: de fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Paspoort voor Gezelschapsdieren. De pups dienen bij aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen voorzien te zijn van een unieke ID transponder.
  • Aflevering pups: de pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van 7 Tussen de eerste enting en de overdracht aan de nieuwe eigenaar moeten minimaal 7 dagen zitten.
  • De verantwoordelijkheid: voor het fokken en afleveren van pups ligt uitsluitend bij de fokker. De BCN aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele gebreken bij de pups, betrokken van een fokker. Ook als de fokker zich houdt aan het bepaalde in dit reglement.

 

 

  1. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

 

9.1.   Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.

9.2.   Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.

9.3.   In bijzondere gevallen kan de vereniging bij een besluit met betrekking tot het toestaan van een bepaalde combinatie afwijken van dit VFR, indien de belangen van het ras daardoor worden gediend. Een besluit op basis van dit lid wordt met redenen omkleed naar de leden van de vereniging gecommuniceerd.

 

  1. INWERKINGTREDING
    Dit Verenigingsfokreglement treedt in werking op 13 juni 2015, nadat het reglement is goedgekeurd door het bestuur van de Raad van Beheer conform de artikelen 10 HR en VIII.4 + 5 KR.